On the road

8 september 2016 - Cody, Wyoming, Verenigde Staten

Vandaag reizen we van Custer State Park naar Cody. Een pittige trip van een uurtje of 8. We verlaten het park en staan al meteen in soort van filetje bij wegwerkzaamheden. We worden tegen gehouden door man met stopbord. Geweldig werkverschaffing natuurlijk, bij ons doen ze dat gewoon met stoplichten. Tot onze verbazing komt er voor auto voor ons rijden, die we moeten volgen en deze leidt ons langs de werkzaamheden. De route begint met een vriendelijk glooiend landschap, maar al snel wordt het heuvelachtiger met naaldbomen. Gelukkig heeft onze GPS er zin in. De lucht is strak blauw en er staat veel wind en het barst van de roofvogels. Ineens zijn er veel hellingen met dode bomen. Heel apart en we weten niet hoe dit komt (moeten we nog even op zoeken). Langzamerhand wordt de aarde steeds roder. Grappig is ook dat de weg rood geasfalteerd is. Verkeersborden met overstekende herten betekent hier dat ze ook echt oversteken. In Nederland is dat wel anders. Af en toe ligt er één dood op de weg. Het blijft ook nog steeds bijzonder dat vrachtwagens en treinen enorm lang zijn. We zien een onmetelijke trein als we staan te tanken. Je zal hier voor een spoorweg overgang staan, dan mag je er wel een half uurtje voor uittrekken. Bij Newcastle (een fabrieksstadje waar een enorme stank hangt) zijn we terug in de staat Wyoming en beginnen we aan een eindeloze weg naar Moorcroft. Heel vlak land waarin regelmatig een jaknikker staat. Iedere ranch heeft hier zo ongeveer zijn eigen jaknikker. Maar dan komen we opeens een prachtige parkeerplaats tegen. De eerste die we zien sinds we in Amerika zijn. Met een toiletgebouw en picknicktafels. En een informatiebord over de dieren die hier allemaal leven. In de auto maar weer en verder. We moeten op de andere weghelft rijden (gelukkig is hier zo weinig verkeer dat het geen file oplevert) en de gloednieuwe weg ligt te blinken in de zon, maar we mogen er niet op. Moet zeker nog drogen. Als we er wel weer op mogen is het gewoon weer oud asfalt. Opeens zwaailichten in de verte. Blijkt er een totaal uitgebrande vrachtwagencabine te staan met een joekel van een brandweerauto erbij en de politie. Wij vragen ons af hoe op zo’n stille weg een vrachtwagen in de fik kan vliegen, maar we snappen het als we een verderop plotseling een biervat op de weg zien liggen. Als je daar overheen rijdt kun je een rare zwieper maken en misschien wel over de kop vliegen, want je mag daar wel 80 miles per uur. Is ons gelukkig niet overkomen.  Even voor Sheridon weer zo’n prachtige parkeerplaats en daar hebben we gepicknickt. We beschikken inmiddels over een kartonnen doos met boodschappen en een koelbox van piepschuim voor de boter, kaas en salade enz.  Uitgerust vertrekken we verder en ja hoor daar is onze eerste cowboy compleet met paard, hond en een kudde koeien. Dan naderen we het Big Horn gebergte. Daar moeten we overheen om in Cody te komen. Het is daar echt schitterend. Eerst flink omhoog met haardspeldbochten en dan omlaag door een prachtige canyon. We genieten en Margriet is helemaal in haar element nu ze flink moet sturen en met het pientere pookje van onze automaat feilloos helling op, helling af gaat. Als we bijna beneden zijn, moeten we echt even een powernap op een uitwijkplaats. Na 10 minuten zijn de oogjes weer helder en kunnen we het laatste oersaaie stuk aan. In Cody checken we in in hotel Buffalo Bill Village en komen we terecht in een cabin met drie grote bedden en een badkamer. Het is maar voor een nacht, dus te doen. Cody heeft één toeristenstraat en we besluiten om daar ergens een hamburger te eten. We komen terecht in Hotel Irma vol met cowboyachtige types en live muziek. Is hartstikke leuk. De hamburger is lekker, maar wel te groot. Morgen naar het Buffalo Bill Historical Center en daarna op naar Yellowstone.

Foto’s